De jubileum schaatsdag, een verslag voor de thuisblijvers
Het heugelijke feit van het vijfentwintig jarig bestaan moest natuurlijk worden gevierd met een bezoek aan de baan. Plansee, Weissensee, waar zijn de leden tevreden mee? Het budget was beperkt. Liefst geen gevaar voor sneeuw- of brekend ijs. Vooral geen deelnemers van de heimwee niet meer wijs. Het bestuur is niet W.A. verzekerd en volgens Twentse traditie te zunig voor drie dagen buizen. Conclusie, dus dan maar naar Biddinghuizen (zie Google Earth en www.oijc.nl voor een impressie).
Lekker ’s avonds weer thuis. De een voor “achter de buis”, de ander net voor het melken. Dat het bestuur de leden goed heeft aangevoeld bleek uit de aanmeldingen, ze werden ermee overspoeld. Zelfs nog door “leken” die nog snel lid wilden worden. Echter, voorrang had de “harde kern” en de “maximaal aantal personen norm” van de bus maakte dat het uiteindelijk een interne aangelegenheid is gebleven. Vier schaatsende dames, waarvan twee nog in opleiding (als dame dan, want schaatsen kunt ze als een grote) en 39 ijzeren heren, waarvan 3 nog in dop, kozen zo het sop (neen, het was lang niet droog die dag) onder het lawaai van windig suizen de weg naar Biddinghuizen. Eén dame en drie heren hadden de VIP plaatsen al snel ingenomen, met als gevolg dat de externe genodigden van een dipje moesten bekomen. Al snel besloeg de voorruit op deze Loge plek. Zo konden ze van een mooi uitzicht alleen nog maar dromen. Op de heenweg nog figuurlijk, op de terugweg echter geheel fysiek. En dan snurken ok nog! Het plaatje werd digitaal vastgelegd, welke het bestuur uit de kast kan rukken, mochten deze (toch wel zeer gewaardeerde clubleden) zich voor toekomstige verenigingstaken willen drukken.
Een hapje en een drankje (van Cate Ring, zo hebben wij vernomen) waren er ook. Zelfs in overvloed. Wie had dat kunnen bevroeden. Het bestuur had namelijk een feestcommissie bijeen geroepen, welke van zunig zijn nog nooit had gehoord, dus alle gêne overboord. De leden werden op hun wenken bediend. Versnaperingen werden rondgebracht, drank werd er in bekers en over kleding gegoten. De feestcommissie had voor dit werk namelijk geen opleiding genoten. Eén steward ging zelfs hard onderuit. Schoof door het gangpad. “Dat is knap”, zo was het oordeel. “De bus stopt en hij gaat vooruit. Schaatsen kan hij niet, maar schoeven als ’n groot’n”. Gelukkig is de man weer snel herrezen en had het bestuur geen aansprakelijkheidsstelling te vrezen. Een fotograaf was ook aan boord, dus alles was zoals het bij een jubileum hoort.
Om 12.00 uur in Biddinghuizen aangekomen, was eenieder druk om uit de bus te komen. Helaas kan dit slechts één voor één, eerst de kinderen dan de vrouwen en u “Boesen Berend” dus pas zo meteen. Gelukkig kennen de Boeskolen de polonaise. Dit is hun in de genen vastgelegd, dus al met al ging de busontruiming nog niet zo slecht. Gerard zette de Twentse smartlap in; “Riegt oe is, riegt oe is, hol mie is bie de haan, riegt oe is, riegt oe is, dan biej ’t snelst op de baan”. En zo ging het in een lang lint, al met al binnen een minuut of twee naar de entree. De entreebewijzen waren al digitaal ingekocht en iedereen die “n oalen griezen” kon zeggen mocht van de poortwachter subiet naar binnen. En daar was het, tok! tok! waar de vos zich het beste thuis voelt: een kippenhok.
Was het toch MAGRIET’s vrouwenschaatsdag in Flevonice. Alle kerls van de wice. Niemand dacht nog aan het ice. Ineke en Chantal kregen een ieder echter weer snel in het gareel. Het was een aanschouwelijk geheel. De belofte werd gedaan dat er van de mannen een groepsfoto zou worden genomen, welke dan weer op de voorpagina van de Margriet zou komen. Eenmaal met het ijs in zicht werd er echter voor de adrenaline gezwicht. Alle hormonen kwamen weer in het gareel en op de groepsfoto staan er dan ook niet zoveel. Snel werd de startlijn genomen en is menigeen pas na 100 km., 50 km., 25 km, 5 km, twee uur, weer van het ijs gekomen. Een beetje tot erg moe zijn allen daarna voldaan, toen onder de douche gegaan. Voor 39 mannen waren er 8 douchecabines in een totale ruimte van pak ´m beet 40 m², hetgeen de persoonlijke contacten zeer ten goede is gekomen en met name de clubgeest zeer heeft gesterkt. Hierdoor, of gewoon omdat men moe was, werd de terugreis in stilte aanvaard.
Toen de hartslag zich weer had gestabiliseerd, werd er door Martijn weer drank geserveerd, waarna we door Chantal nog op worst en kaas werden getrakteerd.Van de slapende leden zijn toen door Bas de opnamen gemaakt. Met geluid, want dat komt dan weer mooier uit, bij de film van het volgende jubileum. Terug aangekomen in Oldenzaal werden twee schoolreisliedjes omgecomponeerd. Ik geloof door ene Geert.
Oh! Wat zijn we blij. Oh! Wat zijn we blij. Niet omdat we nu naar huis toe gaan, maar gaan schransen bij de Abdij, hetgeen uit volle borst werd meegezongen.
Maar lezers wees gerust. Dat was niet zo! De leden van de vereniging hebben daar niet geschranst. Neen! Ze hebben daarentegen een stampot buffet genoten, waarbij de aromatische composities van de cuisinier (kok, voor niet leden van de OIJC) werden omlijst met het uit de Oldenzaalse zandsteen gewonnen mineraal water, het uit Twensche koren gebrouwen bokbier en/of een rode wijn van de Oldenzaalse wijnbergen (ie weet wha, doar achter op ’n koppelboer c.q boerskott’n).
Dit alles geserveerd door de vakkundige en gedreven vrijwilligers van onze hoofdsponsor de WBO.
Enkele jeugdleden hadden de neiging het buitenlandse en cultuurvreemde coca cola te gaan nuttigen. Daarvan heeft de leiding hun weten te weerhouden door hun van de door onze roodbonte koeien gegeven romige melk te laten proeven, welke, met name bij de overheerlijke zuurkoolstamp, zo goed aromareert.
Voordat het gezellig samenzijn en de interessante sportinhoudelijke gesprekken konden ontaarden in schaatsers-Latijn of andere flauwe kul, werd de jubileumbijeenkomst afgesloten door een groot lid, zo niet het grootse lid van de vereniging (kerl wat is den lang) en toog een ieder (althans dat denken wij en daar gaan wij van uit) naar huis en eigen haard terug.
Met dank aan de hoofdsponsor WBO en andere geldschieters (zie de advertenties in ons clubblad), de vrijwilligers van de Abdij, de jubelcommissie en uiteraard het bestuur, spreken wij de wens uit het volgende jubileum bij leven en in goede gezondheid, zonodig achter Rollator of schootmobiel bij te kunnen wonen, maar verheugen ons allereerst op de nog komende jubileum feestavond.
Tot ziens op 26 maart 2011.
“Een blinde passagier“.